Echtgenoot van een DGA? Risico’s en kansen bij gestelde zekerheden!

Als uw echtgenoot als grootaandeelhouder (verder: DGA) zijn bedrijfsactiviteiten via een vennootschap voert, komt het voor dat banken een financiering verstrekken. Dat een bank daarvoor een door de vennootschap te stellen zekerheid verlangt, is niet vreemd. Tot zover is er niets aan de hand.

Anders wordt het als de bank daarvoor een door uw echtgenoot in privé te verstrekken zekerheid verlangt. In dat geval krijgt u te maken met artikel 1:88 BW en de gevolgen van artikel 1:89 BW indien niet aan bepaalde vereisten voldaan is.

Samengevat stelt artikel 1:88 BW (in lid 1 sub c) dat voor bepaalde door uw echtgenoot als DGA verrichte rechtshandelingen uw toestemming vereist is. Blijft die toestemming achterwege, dan is die rechtshandeling (bijvoorbeeld de door uw echtgenoot verstrekte borgstelling) vernietigbaar. Die borgstelling kan er immers toe leiden (als de bank uw echtgenoot daarop aanspreekt) dat u huis en haard kwijtraakt. Dat raakt een essentieel belang van uw gezin. Met artikel 1:88 BW heeft de wetgever dat gezinsbelang willen beschermen.

In lid 5 van artikel 1:88 BW is bepaald dat uw toestemming van lid 1 sub c niet vereist is “mits die rechtshandeling geschiedt ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf”. U voelt het al aankomen….. wat valt nu wel en niet onder de “normale uitoefening” van de onderneming? Er is op dat gebied een uitgebreide jurisprudentie. Op 18 december 2015 heeft de Hoge Raad een interessant arrest gewezen.

In die zaak had de DGA zich jegens de bank (ING) in privé borggesteld. Zijn echtgenote had geen toestemming verleend. De bank meende dat dit niet nodig was, omdat zij de vennootschap gewoontegetrouw een seizoensfaciliteit ter beschikking stelde. Dat was –aldus de bank- een rechtshandeling die paste in de reguliere bedrijfsvoering. ING, maar ook de rechtbank en het hof die het met ING eens waren, begingen een misrekening.

Ingreep van de Hoge Raad

De Hoge Raad greep in: omdat de faciliteit (het krediet) mede strekte voor de financiering van een acuut dreigende discontinuïteit van de onderneming, kreeg die rechtshandeling (het aangaan van de lening) een bijzonder, niet met de normale uitoefening van de onderneming samenhangend karakter. De echtgenote had dus wel haar toestemming moeten verlenen. De echtgenote kon de borgstelling in deze zaak dan ook laten vernietigen.

Deze mogelijkheid tot vernietiging biedt u kansen! Als u de borgstelling van tafel weet te krijgen, kunt u immers voorkomen dat privégeld (geld waarvan u leeft) of zelfs uw woning verloren gaat. Als u gaat scheiden betekent dat bovendien dat er in het algemeen tussen u en uw aanstaande ex meer te verdelen overblijft.

Het gaat het bestek van dit artikel te buiten om in detail in te gaan op de van toepassing zijnde wetgeving en jurisprudentie. Het artikel is dan ook allesbehalve uitputtend. Met deze uitspraak van de Hoge Raad willen wij u een voorbeeld geven van de nuances bij de vraag of de toestemming van de echtgenoot van de DGA wel of niet vereist is.

De situatie waarin u of uw echtgenoot als DGA ten behoeve van de vennootschap in privé zekerheden aan derden verschaft , biedt een risico. Met kennis van zaken en door juist te procederen, kunt u mogelijk onheil voorkomen. Wij nodigen u graag uit voor een adviesgesprek om u over de mogelijkheden te informeren.